Leven met de natuur. We zijn het verleerd. In onze hoogstedelijke samenleving is natuur iets dat is los komen te staan van de menselijke bedrijvigheid. In ruimtelijke plannen is de natuur het sluitstuk. De andere kant is dat mensen dol zijn op de natuur. We wandelen en fietsen massaal door bos en duin en genieten van de openheid van het platteland. Maar toch, natuur moet ons ook weer niet in de weg zitten. Bijvoorbeeld als het gaat om bouwambities of parkeerplekken.
Door klimatologische veranderingen ervaren mensen de natuur nu steeds vaker als minder vriendelijk en minder maakbaar dan gedacht. Extreme hitte, droogte en regenval zorgen voor mislukte oogsten, festivals die niet doorgaan en vakanties die in duigen vallen. Dit alles dwingt de bewoners van de lage landen tot een andere kijk op de natuur en hun verhouding ertoe. Intussen roept de wetenschap al jaren dat gedragsverandering van diezelfde bewoners noodzakelijk is om ergere rampen te voorkomen. Maar kennelijk volgen we liever partijen die zeggen dat klimaatverandering en de slechte staat van de natuur sprookjes zijn.
Ik vertel dit verhaal om duidelijk te maken binnen welke maatschappelijke, politieke en ecologische context de FBE Noord-Holland dagelijks actief is. Haar belangrijkste taak, het voorkomen en bestrijden van schade door in het wild levende dieren aan landbouwgewassen en natuur, is een wezenlijk onderdeel van beleid dat staat voor behoud van een gezonde natuur. Omdat de FBE Noord-Holland niet in sprookjes gelooft neemt zij de wetenschap en de staat van de natuur bloedserieus.
Het is de FBE ook het afgelopen jaar opnieuw gelukt om met alle betrokken partijen de kwaliteit van het beheer te verbeteren en tot stevig onderbouwde projecten te komen. Het bestuur heeft de medewerkers van het bureau daarom alle ruimte gegeven om de eigen kennis te verbreden en te verdiepen en vooral om te innoveren. Dat heeft het afgelopen jaar geleid tot de introductie van een eenvoudiger en betrouwbaarder systeem van afschotregistratie (Faunaspot), want voor een goed onderbouwd plan zijn betrouwbare data van vitaal belang. Tevens is volop ingezet op meer samenwerking tussen FBE’s van de verschillende provincies op het dossier ganzen. Een uniek proces dat in 2024 naar verwachting volop zijn beslag zal krijgen.
De sleutel tot deze successen is een bureau met sterk gemotiveerde medewerkers die met grote kennis van zaken en de nodige durf zich inzetten om samen met stakeholders de schade aan gewassen te beperken en de soortenrijkdom in stand te houden. Daarnaast een bestuur dat bereid is om rondom een gemeenschappelijke doelstelling de nek uit te steken. Ook als dat voor individuele bestuursleden leidt tot een lastige discussie met de eigen achterban. Bestuurders met lef dus. Ik ben daarom supertrots voorzitter te mogen zijn van beide teams.
De FBE Noord-Holland gaat de maatschappelijke discussie rondom het doden van dieren ook niet uit de weg. We hebben de communicatie over wie wij zijn en wat wij doen het afgelopen jaar versterkt en uitgebreid. Daarbij gaat het erom de feitelijke situatie rond faunabeheer zo goed mogelijk in beeld te brengen om zodoende een platform te bieden aan de verschillende, vaak tegengestelde, belangen die een rol spelen in het faunabeheer.
Drs. Jan Pieter J. Lokker - voorzitter Faunabeheereenheid Nood-Holland.
